Hè hè

Ik heb net “Hèhè” van Paulien Cornelisse gelezen. Het is het Boekenweekessay van dit jaar (2025).1 Als het over taal gaat, over wat écht Nederlandse taal is, dan is zij mijn go-to auteur. Haar manier van uitleggen is echt fris en van deze tijd. Ik hoef nooit te twijfelen of iets nog in gebruik is of ouderwets. Toen dit boek in mijn to-do pile belandde, moest ik het meteen lezen! Het gaat over Nederlandse woorden – woorden die niet alleen de taal vormen, maar ook de Nederlandse identiteit.

Vanuit een allochtoon perspectief vond ik het superinformatief. Ik gebruik zelfs sommige van deze woorden om dezelfde reden. Al eerder was me opgevallen dat dit soort woorden vaak meer een idee uitdrukken dan een exacte betekenis hebben. Zoals ‘misschien‘, wat ‘maybe‘ betekent – iets dat mogelijk zou kunnen zijn. Maar om het op z’n Nederlands te gebruiken, zeggen we ‘misschien‘ alsof je bedoelt: “Word alsjeblieft niet boos op me, ik probeer alleen maar iets te vragen met een beetje angst.” Daarom noemen ze het ‘sfeerwoorden‘ – woorden die Nederlanders gebruiken om de sfeer gezellig en vriendelijk te houden, terwijl ze toch eerlijk blijven. De twee kenmerken van een echte Nederlander: gezelligheid en eerlijkheid.

En wat betreft gezelligheid: iedereen denkt dat dit woord uniek Nederlands is. Maar dat klopt niet. In het Engels zou je ‘cosy‘ zeggen, in het Spaans ‘acogedor‘. Het woord zelf kwam me daarom nooit zo vreemd voor. Wat ik juist vreemd vond, was het idee dat het typisch Nederlands zou zijn. Wat wél Nederlands is, is de manier waarop Nederlanders hun taal aanpassen om deze sfeer in stand te houden.

Toen ik begon met het leren van de taal, hoorde ik dit soort woorden op tv en radio. Ik ben een soort taal-spons – ik zuig alles in mijn omgeving op 2. Al snel doorhad ik in welke context welke woorden vielen. Ik deed gewoon na.

Maar dit boekessay gaat uiteindelijk en vooral over Hè hè. Ik ga niet het hele ontdekkingsreis uitklappen van hoe Nederlanders aan dit woord komen, maar ik heb er ontzettend veel van geleerd. Vooral omdat ik het eerst een beetje brutaal vond. Dit heeft te maken met de eerste keer dat ik het hoorde – van een oudere, geïrriteerde man die iets niet leuk vond. Dus ik dacht dat het ‘grumpy‘ was. Ik wist niet dat het meer te maken had met die typische ‘Hè hè’-zucht. Nu ben ik wijzer, en misschien wel een beetje Nederlander geworden omdat ik het nu zelf ook kan gebruiken. Hè hè.


Ook hier een podcast over: Hè? Oh! Hmm. Hèhè! De kleine woordjes maken de taal — met Mark Dingemanse

[1]  Het is een van mijn lievelings weken in Nederlands! Boeken boeken en nog meer boeken!

[2]  Dit wordt eigenlijk best vervelend als ik met meerdere Spaanstaligen praat, met al die verschillende accenten en uitdrukkingen.