maandag, 14 april 2025

Waarom.

Over redenen om Nederlands te leren (of andere talen die niet direct nuttig lijken voor jouw situatie)

Waarom? Waarom?? Waarom?? Waarom.

Nederlanders kunnen heel goed Engels spreken. Ze kunnen ook heel goed meerdere talen spreken. In de VS was mijn ervaring dat mensen zich zenuwachtig en onzeker voelden om een andere taal te spreken. Zelfs in Puerto Rico was het zo dat mensen in mijn omgeving onzeker voelden om Engels te spreken, terwijl het een officiële taal is – verplicht dus.

En als je een buitenlander bent die graag wil leren, of zelfs geen buitenlander maar gewoon wil leren voor het leren, krijg je te horen: “waarom dan?”. Dit is me al lang opgevallen, maar ik vond het superirritant toen ik net een video tegenkwam van een meisje uit Spanje, die ontzettend haar best doet om Nederlands te leren. Haar progressie binnen twee jaar is meer dan wat ik in ongeveer 7 jaar had, en dat zonder hier te wonen! Super knap! En toch zijn mensen soms echt lullen. (Ik heb dat woord trouwens voor het eerst op de juiste manier gebruikt! Onmisbaar geïntegreerd!)

Waarom zou iemand die niet in Nederland woont, een onbeduidende 1 taal willen leren? Voor mijn eigen doel is deze vraag een beetje ongeldig. Ik woon toch in Nederland, heb Nederlandse kinderen, werk in Nederland en spreek met mijn partners gezin in het Nederlands. Dit is niet het geval voor mensen zoals dat meisje. Maar toch. Waarom dan?

Waarom niet? Taal leren is ontzettend goed voor je hersenen. Taal leren is juist een compliment, ongeacht welke taal je leert. Taal leren is een supergezonde hobby om te hebben. Soms denk ik zelfs: waarom zou ik Japans weer gaan leren? Ik ga toch niets met die taal doen? Maar mijn oren en mijn dromen trekken me nog steeds terug. Ik ben gestopt omdat ik voor mijn levensnoodzaak Nederlands moest leren. Dat is inmiddels wel gelukt. En ik luister naar Japanse muziek, verbaasd over hoeveel ik nog begrijp. Ik hoor Japans gesproken worden in mijn dromen en soms gebruik ik het zelfs. Waarom zou ik Japans weer willen leren? Omdat het ontzettend goed voor mijn hersenen is. Omdat het nog een compliment aan mijn intelligentie is. Omdat het een leuke en gezonde hobby is.

Ik heb ooit iets geleerd en herhaal het altijd tegen mijn kinderen als ze iets over mijn accent opmerken: een accent is juist een teken van intelligentie, het is iets om trots op te zijn, niet om je voor te schamen. Als iemand er iets over te zeggen heeft, vraag dan maar hoeveel talen zij kunnen spreken of begrijpen, zelfs zonder accent. Hoeveel kun jij? Nou dan. Ze kunnen hun mond houden en lekker weg lopen. Dat zijn geen mensen die je in je omgeving wilt hebben. Negeren maar.

En misschien pak ik toch wel weer Japans op.

  1. van weinig belang of waarde, triviaal. ↩︎

donderdag, 27 maart 2025

Hè hè

Ik heb net “Hèhè” van Paulien Cornelisse gelezen. Het is het Boekenweekessay van dit jaar (2025).1 Als het over taal gaat, over wat écht Nederlandse taal is, dan is zij mijn go-to auteur. Haar manier van uitleggen is echt fris en van deze tijd. Ik hoef nooit te twijfelen of iets nog in gebruik is of ouderwets. Toen dit boek in mijn to-do pile belandde, moest ik het meteen lezen! Het gaat over Nederlandse woorden – woorden die niet alleen de taal vormen, maar ook de Nederlandse identiteit.

Vanuit een allochtoon perspectief vond ik het superinformatief. Ik gebruik zelfs sommige van deze woorden om dezelfde reden. Al eerder was me opgevallen dat dit soort woorden vaak meer een idee uitdrukken dan een exacte betekenis hebben. Zoals ‘misschien‘, wat ‘maybe‘ betekent – iets dat mogelijk zou kunnen zijn. Maar om het op z’n Nederlands te gebruiken, zeggen we ‘misschien‘ alsof je bedoelt: “Word alsjeblieft niet boos op me, ik probeer alleen maar iets te vragen met een beetje angst.” Daarom noemen ze het ‘sfeerwoorden‘ – woorden die Nederlanders gebruiken om de sfeer gezellig en vriendelijk te houden, terwijl ze toch eerlijk blijven. De twee kenmerken van een echte Nederlander: gezelligheid en eerlijkheid.

En wat betreft gezelligheid: iedereen denkt dat dit woord uniek Nederlands is. Maar dat klopt niet. In het Engels zou je ‘cosy‘ zeggen, in het Spaans ‘acogedor‘. Het woord zelf kwam me daarom nooit zo vreemd voor. Wat ik juist vreemd vond, was het idee dat het typisch Nederlands zou zijn. Wat wél Nederlands is, is de manier waarop Nederlanders hun taal aanpassen om deze sfeer in stand te houden.

Toen ik begon met het leren van de taal, hoorde ik dit soort woorden op tv en radio. Ik ben een soort taal-spons – ik zuig alles in mijn omgeving op 2. Al snel doorhad ik in welke context welke woorden vielen. Ik deed gewoon na.

Maar dit boekessay gaat uiteindelijk en vooral over Hè hè. Ik ga niet het hele ontdekkingsreis uitklappen van hoe Nederlanders aan dit woord komen, maar ik heb er ontzettend veel van geleerd. Vooral omdat ik het eerst een beetje brutaal vond. Dit heeft te maken met de eerste keer dat ik het hoorde – van een oudere, geïrriteerde man die iets niet leuk vond. Dus ik dacht dat het ‘grumpy‘ was. Ik wist niet dat het meer te maken had met die typische ‘Hè hè’-zucht. Nu ben ik wijzer, en misschien wel een beetje Nederlander geworden omdat ik het nu zelf ook kan gebruiken. Hè hè.


Ook hier een podcast over: Hè? Oh! Hmm. Hèhè! De kleine woordjes maken de taal — met Mark Dingemanse

[1]  Het is een van mijn lievelings weken in Nederlands! Boeken boeken en nog meer boeken!

[2]  Dit wordt eigenlijk best vervelend als ik met meerdere Spaanstaligen praat, met al die verschillende accenten en uitdrukkingen.

dinsdag, 11 maart 2025

Lezen

Onze wereld bestaat door verhalen. Verhalen laten ons denken aan mogelijkheden. Mogelijkheden worden plannen. Plannen worden acties. Een verhaal laat ons collectief denken. Sinds de oudheid zijn we als wereld gevormd door verhalen.

Hoeveel ik ook van verhalen houd, houd ik niet van ze allemaal. Elk verhaal heeft een persoon — of meerdere personen — zoals elk boek een lezer heeft. Maar dit is niet om te zeggen dat lezen niet voor iedereen is. Het is juist voor iedereen. Want wat maakt ons menselijk, als het niet ons taalgebruik is? Onze verhalen? Onze vaardigheid om kennis met anderen te delen en meesters van de tijd te worden? Elk dier heeft iets wat het definieert, kenmerken die typerend zijn voor die soort. Taal is van ons.

En wie kan zeggen dat er ergens in dit immense heelal iemand bestaat die ook taal gebruikt? Misschien niet. Misschien bestaat er wel een wereld met een geavanceerde samenleving die geen taal nodig heeft. Of misschien wel, maar dan via een andere methode dan woorden. Woorden zijn door mensen gemaakt. Misschien, zoals Adrian Tchaikovsky vaak beschrijft, zijn er oneindig veel manieren om te communiceren.

Voor mij is lezen het belangrijkste gereedschap dat er bestaat.

donderdag, 6 maart 2025

Nederlanders Schrijven Liever Boeken dan Blogs

Ik ben een boek aan het lezen over een Hippy Influencer. Nou, over haar is overdreven, maar het gaat ook over haar leven en het leven in het algemeen. Een soort filosofisch boekje over haar meningen over het leven. Dus, een boek over haar meningen en leven, allemaal vanuit haar ogen.

Wat me opvalt is niet zozeer het boek zelf, maar het feit dat dit niet het eerste boek is dat ik zo lees in Nederland. Het is ook niet een soort boek dat ik in een andere taal (voor zover ik weet) ooit heb gelezen. En het leest als een blog.

Het lijkt erop dat Nederlanders hun “blogs” in een document schrijven, beetje bij beetje, en niet live publiceren. Op een dag kijken ze of ze het kunnen uitgeven als “persoonlijke essays.” Elk “essay” is dan een paar honderd woorden lang. Een blog dus. Of was een blog zo begonnen? Of zijn Nederlanders meer cultureel geïnspireerd door de oudere kunst van het essay schrijven dan door verhalen? Hebben Nederlanders überhaupt wel ooit met de “blog“-trend begonnen?

Wordt dit ooit een boek? Wie weet.

maandag, 24 februari 2025

Zal ik ook in het Nederlands gaan schrijven?

Nederlandse fictieboeken zijn echt niets voor mij. Ze zijn meestal wat je noemt realistische fictie (Realisme Literatuur). Je hebt zo een verhaal over iemand, of meerdere mensen. Het verhaal kan saai zijn, spannend, indrukwekkend, of juist helemaal niet opvallen. Soms is het een beetje van alles. Vaak zie je een beetje (of veel) ironische humor. Ze maken grappen over het leven, of geven kritische opmerkingen over de samenleving door de ogen van een personage. Dit is althans mijn ervaring. (Ik ben trouwens super trots op mezelf omdat ik het woord "althans” hier automatisch goed heb gebruikt.) Ik moet nog steeds een boek van een Nederlandse schrijver vinden dat mij echt grijpt.

Intussen ben ik opgegroeid met Harry Potter- en Dune-literatuur. Ik verwacht escapisme, wat ze in het Nederlands ‘niet-realistische fictie’ noemen. Je kunt die mentaliteit ten opzichte van fictie al zien aan deze woordkeuzes.

Dat gezegd hebbende, telt dit niet voor non-fictie. Hier, moet ik zeggen, is waar de Nederlandse literatuur straalt. De manier waarop Nederlandse schrijvers de taal gebruiken om een punt te maken, de humor tussen de lijntjes, de woordkeuze en de eindeloze uitdrukkingen maken het kleurrijk en rijk, net als een Dune-saga.

Nu ik met Nederlandse non-fictieboeken in de bibliotheek werk, kom ik geweldige exemplaren tegen die ik graag zou willen lezen. Alleen al door de manier waarop Nederlanders hun taal gebruiken. Boeken zoals ‘De verwarde cavia’ door Paulien Cornelisse of, op een meer serieuze manier, De Groene Amsterdammer. Daarom begin ik hier, nu, om mijn taalvaardigheid uit te breiden en meer van deze gekke taal te genieten. Om meer uitdrukkingen te leren (alhoewel ik niet verwacht ze zelf te gebruiken, zelfs in het Spaans en Engels had ik nooit het gevoel voor uitdrukkingen). En op deze manier gewoon plezier in de taal te hebben.

Deze tekst had ik zelf geschreven en door ChatGPT laten controleren, met een schatting van 85% goed taal gebruikt. “De meeste fouten komen voort uit subtiele grammaticale kwesties of typfouten, die makkelijk te corrigeren zijn.” Dus, daar gaan we!

In 2016 schreef ik op deze blog: Wat Zeg Je?